‘Je gaat toch niet een jaar lanterfanten?’
Gerben van de Ven
‘Je gaat toch niet een jaar lanterfanten?’
Als we vragen hoe het was om op te groeien in een ondernemersgezin, is Gerben heel open: ‘Mijn vader was iemand die de lat heel hoog legde, een selfmade man. Hij had een ontzettende drive om zijn ambities waar te maken. De zorg voor mij en mijn broertje ging naar mijn moeder. Mijn vader had voor ons ook hele ambitieuze plannen, er is altijd gepushte op het belang van een goede opleiding, hij maakte die keuzes voor ons. Goed bedoeld, maar ik was vooral met andere dingen bezig, voelde het destijds als druk.’
Waaruit bleek die druk, vragen we? ‘Nou, ik had na mijn studie graag een jaar pauze willen nemen, reizen misschien. Dat vond mijn vader onzin: ‘je gaat toch niet een jaar lanterfanten’. Dat ik later ondernemer werd vond hij fantastisch, hij hielp ons financieel zelfs op weg. Hij was sterk sturend naar het doel dat hij voor ogen had. We konden het nooit goed genoeg doen, de lat ging dan direct nog een stukje hoger.’
Je vader was dus al ondernemer. Heeft hij nooit geprobeerd jou in zijn bedrijf te trekken?
Gerben vertelt. ‘Jazeker wel, maar ik had daar destijds weinig interesse in. De lat lag daar zo hoog, voor hemzelf én alle anderen. Ik had daar nooit kunnen slagen, en ik denk dat van mij nóg meer zou worden verwacht dan van de rest. Toch heeft het me gevormd, die sterke sturing vanuit mijn vader. Maar, voor mijn eigen ondernemerschap heb ik zelf gekozen, na mijn eerste burn-out. Dat is vanuit mijzelf gekomen. Ik kijk er achteraf gelukkig positief op terug, de drive van mijn vader heeft me veel gebracht.’
‘Wat we doen is ons zo op het lijf geschreven dat we ermee doorgaan.’
Het is duidelijk dat – net als bij Nils – opvolging een grote rol speelt in het leven van Gerben. Hoe was dat om (na zijn overlijden) in het bedrijf van je vader te stappen, in zijn droom? Hoe maak je de verbinding naar je eigen persoonlijke ambities? Gerben is resoluut in zijn antwoord: ‘Mijn vader is in 2019 overleden. Net voor Corona om zich heen sloeg, brak Appèl door de grens van honderd miljoen euro omzet. In de erfenis is het bedrijf als het ware naar mij en mijn broer toegekomen. Ik heb nooit de ambitie gehad om in de catering te zitten. Als het dan op je pad komt, ook nog eens samen met mijn broer … Nu vindt ik het fantastisch om aan het hoofd van zo’n prachtig familiebedrijf te staan.
Toen mijn vader ziek werd hebben we eerst de strategie die er was doorgetrokken. In het jaar waarin mijn vader steeds zieker werd en uiteindelijk stierf, kwamen mijn broer en ik steeds meer op de voorgrond te staan. En toen kwam Corona. Vlak daarvoor was mijn vader overleden. Onze omzet vloog met 60-70% omlaag. We hebben in de tijd die volgde meer dan de helft van ons personeel moeten ontslaan. Hoe vreemd het ook klinkt, in dat zware en intensieve proces hebben mijn broer en ik ontdekt dat wat we deden ons eigenlijk zo op het lijf geschreven was, dat we ermee zijn doorgegaan. Inmiddels voeden we, onder andere, iedere dag zo’n driehonderdduizend scholieren. En zijn we bezig om meer de link met technologie te zoeken. Groter te denken. Bijvoorbeeld met slimme koelkasten voor kleine bedrijven of kantines. Waarvoor wij dan de voorraden en logistiek regelen. Dat opent voor ons nieuwe deuren. Als die kleine bedrijven doorgroeien en een grotere catering formule vragen, dan zijn we er alvast.’
‘Die persoonlijke ambitie is er echt wel’
Het valt ons op dat als we Gerben vragen naar zijn persoonlijke ambitie, hij antwoord met zijn zakelijke doelen. Als we hem daarmee confronteren reageert hij bevestigend. ‘Ja, dat klopt wel. Maar ik praat er niet omheen hoor. Die persoonlijke ambitie is er echt wel. Ik wil een goede vader zijn, dat is het allerbelangrijkste. Mijn vrouw en ik verdelen de opvoeding van onze kinderen fiftyfifty. We zijn altijd op zoek naar de best mogelijke balans tussen ons werk en privéleven. En ik ben bezig met het opzetten van een stichting voor armoedebestrijding. Dat is echt persoonlijk, intrinsiek, om iets terug te kunnen doen voor de samenleving, iets terug te geven.’
‘Wat we leuk vinden en waar we goed in zijn.’
In hoeverre ben je in staat om je persoonlijke ambities waar te maken als je via opvolging in een al draaiende onderneming terecht komt? Gerben denkt na en schuift wat heen en weer op zijn stoel voor hij vertelt: ‘Ik ben in mijn leven twee keer in een burn-out terechtgekomen. Eén keer met mijn ogen dicht en één keer met mijn ogen wijd open. Ik heb van die eerste keer vooral geleerd dat je moet doen wat je leuk vindt. Als je doet wat je leuk vindt en dat genoeg aandacht geeft en er echt voor gaat, dan kom je vanzelf in een flow. Dan gaat het vanzelf passen. Mijn broer en ik zijn op zoek gegaan naar wat we leuk vinden en waar we goed in zijn. Om van daar uit dingen te kunnen toevoegen aan het bedrijf. Dat is voor ons de basis geworden, daarom blijven we en bouwen we door.’
‘Weet waar je aan begint en geniet.’
Wat zou je de lezers van Nils willen meegeven, een advies met betrekking tot persoonlijke ambitie. Met andere woorden: heb je nog een uitsmijter? Gerben antwoord ontspannen: ‘Begin om voor jezelf te bedenken wat er allemaal nodig is om je doelen als ondernemer te bereiken. Als je een bedrijf groot wilt maken, moet je er ook heel veel voor laten. Probeer een realistische inschatting te maken van wat je allemaal moet doen om er te komen. Dan weet je waar je aan begint, en kun je ervan genieten.’